Lang zal hij/ze leven,
lang zal hij/ze leven,
lang zal hij/ze leven in de gloria.
In de gloooriiia, in de glooo-riii-aa,

Er is er één jarig, hoera, hoera.
Dat kun je wel zien dat is HIJ / ZIJ.
Dat vinden we allen zo prettig, ja, ja.
En daarom zingen wij blij.
Hij/Zij leve lang, hoera, hoera.
Hij/Zij leve lang, hoera, hoera.
Hij/Zij leve lang, hoera, hoera.

Hoera, hoera!
Staat de koffie nog niet klaar?
Nee nee, nee nee.
Dan drinken we wel thee.
Hij/Zij leve, hij/zij leve,
hij/zij leve honderd jaar!

100 jaar te leven.
100 jaar te leven.
100 jaar te leven, in de gloria.
In de gloriiaa.
In de gloo-riii-a.

Twee violen en een trommel en een fluit,
want <X> die is jarig en de vlaggen hangen uit!
Ei, ei, ei, en we zijn zo blij.
Niet omdat ze jarig is maar om de vreterij.
Ei, ei, ei!

Wel gefeliciteerd.
Wel gefeliciteerd en een fijne verjaardag.
Wel gefeliciteerd!

Happy Birthday to you.
Happy Birthday to you.
Happy Birthday dear <X>.
Happy Birthday to you.

Hieperderpiep, hoera.
Hieperderpiep, hoera.
Hieperderpiep, hoera.